Van 8-10 juni vond in New York de VN High Level Meeting over HIV and AIDS plaats. In de aanloop naar deze top, en 40 jaar na de start van hiv en aids, keurde de Vlaamse Regering in haar zitting van 4 juni het reeds vierde partnerschapsakkoord met UNAIDS goed (2021-22, voor 750.000 EUR per jaar). Meer dan ooit hebben we een sterke UNAIDS nodig om de doelstelling die de hele wereldgemeenschap in september 2015 herbevestigde binnen ontwikkelingsdoel 3, namelijk het einde van aids in 2030 te bewerkstelligen, ook daadwerkelijk te kunnen realiseren.
Deze wereldwijde campagne verloopt allesbehalve vlot. Zo is geen van de tussendoelen voor 2020 gehaald. Of het nu gaat om het doorgeven van correcte informatie over hiv en bescherming ertegen, het bestrijden van discriminatie van mensen met of kwetsbaar voor hiv, het voorkomen van nieuwe infecties of het grondig behandelen van mensen met hiv, we lopen ernstig achter met het bereiken van elk doel. Het grootste struikelblok hierbij is dat belangrijke lidstaten hardnekkig weigeren enkele wetenschappelijke bevindingen te erkennen, namelijk dat deze infectie lange tijd vooral enkele zeer kwetsbare groepen wereldwijd heeft getroffen; dat uitgebreide seksuele voorlichting voor kinderen en adolescenten één van de belangrijkste instrumenten is in onze preventietoolbox; en dat onze oplossingen om de hoge kwetsbaarheid van adolescente meisjes te verhelpen, met name in sub-Sahara Afrika, en seksuele en genderminderheden in het algemeen, sterk moeten worden uitgebreid. Er is een weigering om zich in te zetten voor veel meer gerichte preventie- en zorgcampagnes die zijn aangepast aan de behoeften en kenmerken van elk van deze kwetsbare groepen. Een weigering die alleen maar toeneemt wanneer tegelijkertijd duidelijk wordt dat dergelijke meer gerichte strategieën het best kunnen worden geleid door deze gemeenschappen zelf. Het resultaat van dit alles is dat de wereld nu al drie jaar op rij wordt geconfronteerd met hetzelfde aantal besmettingen, namelijk 1,7 miljoen, in plaats van de 500.000 die voor 2020 worden beoogd, terwijl besmettingen (opnieuw) aan het stijgen zijn in minstens 33 VN-lidstaten.
Vlaanderen is dan ook actief betrokken om ervoor te zorgen dat de nieuwe globale aids-strategie voor de periode 2021-26 deze harde realiteit zou erkennen om opnieuw te kunnen aansluiten bij de vooruitgang uit het verleden. Met succes, want meer dan ooit is de strategie nu gericht op het tegengaan van discriminatie en ongelijke toegang tot preventie, behandeling, zorg en gezondheid voor dergelijke kwetsbare groepen en op het adequaat rekening houden met verschillende genderaspecten. Dat de resultaten van de VN-top niet zo ambitieus zijn, bewijst alleen maar dat een partnerschap met UNAIDS als technische waakhond en coördinator binnen de VN van enorm belang blijft. Dit zal ons in staat stellen om enerzijds wereldwijd het juiste en wetenschappelijk onderbouwde beleid voor de meest effectieve en kostenefficiënte reactie op deze pandemie te blijven promoten, en om de landen afzonderlijk te helpen bij het correct formuleren van een reactie. Alleen zo krijgen we weer zicht op het einde van aids, ons ambitieuze en noodzakelijke doel voor 2030. Een doelstelling die we niet uit het oog mogen verliezen, zeker niet in deze extreem moeilijke tijden van COVID-19.
In de woorden van uitvoerend directeur van UNAIDS, Winnie Byanyima:
“The 2021 High-Level Meeting on AIDS will be the springboard for bold action over the next five years to end the inequalities that fuel the HIV epidemic and get the world back on track to achieving the 2030 goals. We are very grateful to Flanders for the renewed partnership agreement, a reflection of their trust in the value of investing in UNAIDS and the Joint Programme on HIV/AIDS to lead a global response that leaves no one behind.”
Foto: Maria Jane Nagita, een vrouw die drugs gebruikt, leunt tegen de stalen poort van het inloopcentrum van het Uganda Harm Reduction Network, gelegen in Mukono, een stad aan de rand van Kampala. 24 oktober 2019. Mukono, Oeganda. Credit: UNAIDS/E. Echwalu