Tijdsduur: 2009
Budget: 980.000 euro
Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) wil ervoor zorgen dat honger uit de wereld verdwijnt. Dat doet WFP door landenprogramma’s op te maken die de productiecapaciteit van kleine boeren en handelaars moet doen stijgen. Daarnaast moeten die programma’s ook de commerciële reflex bij handelaars doen toenemen.
Duur en budget
Vlaanderen ondersteunt gedurende twee jaar het “Purchase for Progress” (P4P) programma van WFP in Mozambique. Hiervoor werd er op de begroting van 2009 een budget van 980.000 euro uitgetrokken.
Probleemstelling
Wereldwijd zijn de voedselprijzen de afgelopen jaren sterk gestegen. Voedseloverschotten zijn gedaald terwijl de wereldbevolking spectaculair is gegroeid. Dat geldt ook voor Mozambique. Om aan de vraag te kunnen voldoen moet de productiecapaciteit toenemen, maar dat alleen is niet voldoende. De vraag naar voedsel kent immers periodieke pieken en de grootste uitdaging in ontwikkelingslanden ligt erin om die pieken te kunnen opvangen.
Uitwerking
Het door de Vlaamse Regering ondersteunde onderdeel van dit programma duurt twee jaar en legt de focus op vijf Mozambikaanse provincies, met name Manica, Sofala, Zambezia, Nampula en Tete.
Met het “Purchase for Progress” programma wil WFP zich in Mozambique op 3 thema’s concentreren. Ten eerste wil het programma werken aan een leefbare commerciële relatie tussen de kleine boeren en WFP voor de bevoorrading van maïs en bonen. Daarnaast streeft WFP ernaar om goederen van een hogere kwaliteit op de markt te brengen. Dit moet mogelijk worden door aan capaciteitsopbouw te doen. WFP organiseert daarom opleidingen, zorgt voor een verbeterde opslag van oogsten en biedt toegang tot beter onderhoudsmateriaal. Tot slot wil WFP in Mozambique kleine boeren kwaliteitsvolle opleidingen aanbieden zodat zij meer te weten komen over de behandeling van de producten na de oogst, maar ook over het beheer van opslagplaatsen en over genderverhoudingen.
Enkele concrete activiteiten werden opgelijst om dit te bereiken. WFP moet zorgen voor:
- de constructie van 600 silo’s met een capaciteit van1 ton voor individuele kleine boeren
- de constructie van 4 gemeenschappelijke opslagruimtes met een capaciteit van 150 tot 300 ton per provincie
- de aankoop van een basisuitrusting voor elk van deze opslagruimtes
- de aankoop van een handmatig te bedienen machine voor het onderhoud en voor het sorteren van maïs voor elk van deze opslagruimtes
- de aankoop van 1500 ton maïs en bonen, direct van de kleine boeren
- opleiding van de kleine boeren over het beheer van opslagplaatsen, de behandeling van producten na de oogst, genderverhoudingen en marketing
Partner
Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP)